Dit is de zwartste viool.
Grote bloemen met een verwaarloosbaar klein geel hartje.
Niet te verwarren met het zaairas 'Bowles Black' dat ook wel als Viola nigra wordt verkocht. De bloemen daarvan zijn minder donker en kleiner.
Er is geen zwartere.
Deze bossige plant kan wat te lang worden maar dat is te verhelpen door diep terugknippen. De bloemen zijn dan in korte tijd terug. Doe dat bijvoorbeeld als je op vakantie gaat.
Deze is voor een viool aardig standvastig. Ze bloeien met kleine witte bloemetjes eindeloos van het voorjaar tot de winter.
Makkelijk wit op je palet.
Ik vind deze klassieker geweldig met z'n vlinderachtige sterretjes bloemen.
Fijn magenta paars geaderd.
Tussendoor knippen is er goed voor. Ze gaan daarna snel weer bloeien.
Violen staan liefst met hun hoofd in de zon en de voeten in het water. (Wie niet?)
Witte maartse viooltjes omdat dit lieflijke albinootje zo leuk opvalt in je schaduw hoekje.
Lieflijk en welriekend.
Een voorjaars bloeiende vaste viool met glanzend diep donker purper blad. De bloemen contrasteren aangenaam met het blad. Als ze zijn uitgebloeid blijft het een sierlijke bodembedekker vanwege de spannende bladkleur.
Ze zaait zich rijkelijk en kleurecht uit.
Spontaner tuinieren binnen handbereik.
Alle bloeikracht wordt bij deze amerikaanse soort opgespaard voor een explosie in het voorjaar. Tijdens de bloei is het hartvormige blad nog niet volledig ontwikkeld. Na de bloei wordt dat veel groter en krijgt de plant het karakter van een stevige zodevormende bodembedekker die het ook in de schaduw prima doet. Eigenlijk bloeit de plant wel door maar, net als Viola odorata met cleistogame bloemen. Na het voorjaar vormt ze onder het blad meteen zaaddoosjes, dus zonder bloemen.
Deze 'Szechuanpeper' komt wild voor in het oosten van de VS en Canada en is dus zeer winterhard. Het is een scherp gedoornde, kleine boom of meerstammige struik met fijn geveerd blad.
De vruchtjes zijn, net als bij Zanthoxylum piperitum, zeer scherp en prikkelend van smaak. De indianen kauwden er op tegen tandpijn. Tegenwoordig is het een geliefd keukenkruid. Ik ben er niet dol op, maar ik vind het fantastisch dat er een peper is die je zelf kunt kweken.
Dit is hem dan, de echte Szechuanpeper. De schilletjes van de zaden geven een tintelende scherpe smaak met een vleugje citrus. Ik ben geen hele grote fan omdat ik niet vaak Aziatisch kook, maar vele anderen zijn dat wel. Misschien heb ik te zeer een mediterrane inslag. Het jonge, naar citrus geurende, blad wordt in Japen gegeten als groente. Peper uit eigen tuin is hoe dan ook fantastisch.
De zaden rijpen in augustus - september.
Had ik de scherpe doorns al genoemd?
We kennen de specerij als staartpeper. Maar in dit geval is de struik waar de specerij aan groeit, hoewel nogal exotisch, bij ons uitstekend winterhard.
Aan de gang dus, over een paar jaar kun je deze zeldzame specerij en delicatesse per kg uitdelen.
De bast heeft bijzondere grote doorns. De smaak van de pepers is nogal prikkelend.